Balandin en Lukachenko zijn derdelanders die zijn tewerkgesteld door Holiday on Ice Services BV (HOI), een onderneming die in Nederland is gevestigd. Zij organiseert elk jaar van oktober tot mei ijsshows in verschillende landen, onder andere in bepaalde lidstaten. Sinds een groot aantal jaren heeft de SVB ten behoeve van de derdelanders die in dienst zijn bij HOI, A1-verklaringen afgegeven, waarin werd verklaard dat op hen de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing was en dat ook de verplichte premiebetaling in Nederland plaatsvond. Vanaf het seizoen 2015/2016 heeft de SVB echter geweigerd dergelijke verklaringen af te geven, met het argument dat die over de jaren daarvoor ten onrechte waren afgegeven.
De Centrale Raad van Beroep die uiteindelijk over de zaak moet oordelen heeft prejudiciële vragen gesteld. Deze rechter wil weten of art. 1 Vo. nr. 1231/2010 zo moet worden uitgelegd dat onderdanen van derde landen, die in dienst van een in een lidstaat gevestigde werkgever tijdelijk in verschillende lidstaten verblijven en werken, zich op de coördinatieregels die zijn vervat in Vo. nr. 883/2004 en Vo. nr. 987/2009, kunnen beroepen voor de vaststelling van de op hen toepasselijke socialezekerheidswetgeving.
Het HvJ stelt vast dat Balandin en Lukachenko overeenkomstig art. 1 Vo. nr. 1231/2010 voor het voordeel van de toepassing van Vo. nr. 883/2004 en Vo. nr. 987/2009 in aanmerking kunnen komen, mits zij legaal verblijven op het grondgebied van een lidstaat. Uit de toelichting op Vo. nr. 1231/2010 blijkt dat de onderdaan van een derde land niet noodzakelijk aan de verblijfsvoorwaarde hoeft te voldoen om zich in een tweede lidstaat te kunnen beroepen op de aan Vo. nr. 883/2004 ontleende rechten, maar hij zich gewoon kan verplaatsen, mits zijn aanwezigheid op het grondgebied van die tweede staat in overeenstemming is met de wetgeving inzake de toegang tot en het verblijf in die lidstaat. Het HvJ merkt vervolgens op dat Balandin en Lukachenko, die worden tewerkgesteld door een statutair in Nederland gevestigde onderneming, zich legaal ophouden en legaal werken op het grondgebied van de lidstaten waarin zij hun optredens verzorgen. Hieruit volgt, volgens het HvJ, dat Balandin en Lukachenko het voordeel genieten van de toepassing van de coördinatieregels in Vo. nr. 883/2004 en Vo. nr. 987/2009 voor de vaststelling van de op hen toepasselijke socialezekerheidswetgeving.
Bron: SDU